Collectie
Hun collectie wordt inmiddels op waarde geschat. Na een eerste presentatie in het museum te Purmerend vond onlangs een grote overzichtstentoonstelling over de Huizer aardewerkfabriek plaats in het Huizer Museum Het Schoutenhuis. Eef en Thea stelden deze expositie samen. Ze kozen uit de collectie van het museum, gingen op zoek naar bruiklenen en plaatsten er natuurlijk heel veel objecten uit de eigen verzameling.
Favoriet
Op mijn vraag of je als verzamelaar een favoriet mag hebben, haalt Eef een mokkapot tevoorschijn. Het is de prachtige FH, torpedovormig met een sierlijke lus als oor en een elegant omhoogstekend neusje als tuit. Ja, daar word je blij van.
Voor meer informatie over Eef en Thea de Hilster en hun collectie: http://www.dedriehoek-huizen.nl
Made in Huizen Holland
De expositie in Huizen is voorbij. De dag dat ik met Thea en Eef spreek zijn de laatste dozen thuis nog niet uitgepakt. Wat er blijft en voor iedere liefhebber van aardewerk uit Huizen een schat aan informatie bevat is hun boek: 'Made in Huizen Holland, 1934 – 1987. De geschiedenis van Aardewerkfabriek Haho en Potterie de Driehoek'.
Bedrijfsarchief
Via een toevallige ontmoeting komen Thea en Eef in contact met oud-personeelsleden van De Driehoek. Ze krijgen van hen oude folders te zien die veel informatie prijsgeven. De omvang van de serviezen bijvoorbeeld en hun namen. Ze maken ook kennis met de laatste directeur van de fabriek, Fokke Jan Hamming, en krijgen dankzij hem toegang tot de resterende drie verhuisdozen met het bedrijfsarchief.
Titanenklus
Zoveel verworven kennis en zoveel informatie voorhanden, dat schept verplichtingen. Alles moet worden vastgelegd en overgedragen. De Hilsters zijn - in absolute zin - niet de eersten die zich met de Huizer aardewerkfabrieken bezig houden. In 1992 is H.A. van der Plas afgestudeerd op het onderwerp. Haar scriptie 'Het ontstaan en de ontwikkeling van Eskaf, Haho en Potterie de Driehoek', is niet gepubliceerd, maar de verzamelaars mogen haar wel inzien. Er zijn publicaties die aandacht aan de fabriek besteden zoals het boekje van Marie-Rose Bogaers, maar een echt overzichtswerk moet nog worden geschreven.
Natuurlijk is het een taak voor De Hilsters om daarvoor de pen ter hand te nemen. Ze studeren, voeren gesprekken met de oud-werknemers, kijken nogmaals analytisch naar hun collectie en beginnen aan de titanenklus. Eef is door zijn jarenlang werk in een laboratorium gewend om heel secuur te observeren en zijn bevindingen duidelijk te verwoorden. Thea, die deel uitmaakt van een schrijverscollectief, giet alle informatie in aangenaam proza. De vele foto's voor het boek maakt Eef zelf in een handzame studio-opstelling op zolder en ook de vormgeving van het boek doen ze zelf.
Met de verzameling bouwt zich ook hun kennis van het assortiment van de toenmalige fabriek op. Ze zoeken naar bruikbare literatuur. Je wilt tenslotte weten hoe de modellen heten en wat er allemaal gemaakt is. Bruikbare informatie wordt gevonden in het boekje 'Made in Holland, gebruikskeramiek 1945 – 1988' dat Marie-Rose Bogaers schreef bij de gelijknamige tentoonstelling in Het Kruithuis te 's-Hertogenbosch in 1988.
Verzamelaarsportret: Eef en Thea de Hilster
Pagina 2