Gispen zag de potentie van de villa en wilde leveren waar het huis om vroeg. Deels kon hij daarvoor putten uit zijn bestaande collectie en deels maakte hij de meubels speciaal voor de locatie. Glasfabriek Leerdam leverde bijpassende vazen en glaswerk.
Dat het huis heel bijzonder was geworden, dat zag iedereen al direct na oplevering in. Reden waarom de villa veel werd gefotografeerd en al snel in de tijdschriften verscheen. Precies waarop Gispen had gehoopt. Ook de familie zelf was danig met de woning in haar nopjes en maakte er de nodige plaatjes van.terug naar 1933
Wat op de foto’s uit die tijd verborgen blijft zijn de bijzondere kleurencombinaties. Iedere ruimte kreeg een eigen gamma mee. Wie echt met zijn tijd meeging die kocht bij Metz. De architecten Brinkman en Van der Vlugt zochten daar – al dan niet onder toeziend oog van het echtpaar Sonneveld – de vloerbedekking uit én de gordijnstoffen.
Alle kleurencombinaties werden zorgvuldig samengesteld aan de hand van een stalenboekje van de kunstenaar Bart van der Leck (1876-1958).
In 1930 werd in Rotterdam de nieuwe Van Nellefabriek geöpend. Weg met donkere en smerige fabriekshallen; het nieuwe complex was ruim, open en licht. De architecten, J.A. Brinkman en L.C. van der Vlugt, waren aanhangers van de Stijl en behoorden tot de Nederlandse voorhoede van het zogenaamde Nieuwe Bouwen. De gebouwen moesten in de eerste plaats functioneel zijn. Van decoraties wilde deze school niks weten; schoonheid bereikte je door het toepassen van de juiste verhoudingen en door noodzakelijke elementen als ramen, deuren en trappen sober en markant vorm te geven. Inmiddels geldt de Van Nellefabriek als een van de belangrijkste modernistische bouwwerken van ons land. In 2014 werd het tot Unesco werelderfgoed verklaard.
Meubels en lampen van Gispen
Blijkbaar voelde Van Nelle-directeur Albertus Sonneveld zich in zijn nieuwe fabriek als een vis in het water. Hij nodigde architectenbureau Brinkman en Van der Vlugt direct uit om voor hem een nieuwe woning te bouwen. In 1933 was de villa klaar en konden Sonneveld en de zijnen er intrekken. Het architectenduo was streng; de familie mocht vrijwel niets uit haar oude inboedel meenemen. Ontwerper-fabrikant Gispen was uitgenodigd om het interieur van splinternieuwe meubels en lampen te voorzien.
Schuin tegenover het Rotterdamse museum Boijmans van Beuningen staan een paar prachtige woningen. Eén daarvan is het Huis Sonneveld, een modernistische villa uit begin jaren dertig. Het huis is een museum, maar daar merk je nauwelijks iets van. Alles is eraan gedaan om de indruk te wekken dat de villa nog wordt bewoond, zij het door bewoners met een bijzondere stijlvaste smaak. Met grondig onderzoek en grote precisie is hier een tijdscapsule gecreëerd die de bezoeker terugvoert naar 1933. Je merkt het hooguit aan bepaalde objecten als de bakelieten telefoons en de enorme thermostaten aan de muur. De villa en het interieur waren hun tijd zó ver vooruit dat ze ook anno 2016 modern overkomen. Wanneer je binnengaat voelt het alsof je op de lunch bent uitgenodigd door je nieuwe baas. Op tafel staat het trendy servies van Berlage en Zwart al gedekt.
Huis Sonneveld
pagina 1