Lagerweij-63



F.J. Mansveld

Vanaf 1923 kwam ontwerper en kunst- en plateelschilder F.J. Mansveld (Den Haag 1872 – Arnhem 1951) de organisatie versterken. Wat precies zijn taken waren is onduidelijk, temeer daar hij zijn woning in Den Haag aanhield en niet naar Arnhem verhuisde. Mansveld had een staat van dienst als graficus, schilder en tekenaar. Hij was meester plateelschilder geweest bij Rozenburg en had daar ook op het laboratorium ervaring op gedaan. Toen Rozenburg zich in 1905 ging toeleggen op tegelplateau’s werd de representatieve Mansveld het land in gestuurd om de architectenbureau’s te interesseren. Na het faillisement van Rozenburg in 1917 verdiende hij vermoedelijk de kost met zijn grafisch werk en zijn schilderijen.

btn vooruit
naar RAM pagina 2
btn home
achteruit
Lagerwei-14
Willem van Ham

Colenbrander was dan wel de centrale figuur, hij trad niet in dienst van het bedrijf. Wel nam hij de verplichting op zich om de benodigde ontwerpen aan te leveren. Voor een eerste serie ontving hij de respectabele som van f 12.000. Om verzekerd te zijn van voldoende invloed op de bedrijfsvoering investeerde hij het leeuwendeel meteen weer in de ondermening. Naar Colenbranders wens werd plateelschilder Willem van Ham naar Arnhem gelokt. Schilder en ontwerper bewonderden elkaars vakmanschap, deelden hun perfectionisme en stimuleerden elkaars creativiteit.
Colenbrander was ondanks zijn leeftijd uiterst productief. Tussen 1920 en 1925 ontwierp hij 60 nieuwe vormen en 700 decors.



RAM: Sierschaal
Theo Colenbrander
foto Marco Lagerweij


Mansveld gold als kenner van het werk van Colenbrander. Toen in 1922 de Haagsche Kunstkring hem vereerde met een tentoonstelling, nodigde zij Mansveld uit voor een lezing. Dat deed hij blijkbaar met verve want toen deze eretentoonstelling vervolgens Rotterdam en later Amsterdam aandeed sprak hij opnieuw.
Uit het feit dat Mansveld zijn werk voor RAM vanuit Den Haag kon verrichten kan je opmaken dat hij niet om zijn kwaliteiten als plateelschilder werd aangetrokken. Er stonden RAM grote veranderingen te wachten en waarschijnlijk had de aanstelling van Mansveld daar alles mee te maken.
Décortekening van Colenbrander op biscuit
collectie Drents Museum

RAM: Vaasje model
Theo Colenbrander
foto Marco Lagerweij

Gouden greep

In 1921 kon de nieuwe firma RAM warmdraaien. Het zat aanvankelijk niet mee. De brandweer keurde de oven af en de ingekochte klei had niet de goede viscositeit. Het technisch onderzoek naar ondermeer de glazuren stond natuurlijk nog in de kinderschoenen. Tot overmaat van ramp kwam de man die ervoor was ingehuurd, Leendert Iseger, plotseling te overlijden. Van Lerven moest het onderzoek zelf ter hand nemen. Hij liet zich bijstaan door Isegers zwager, Piet van Lingen, afkomstig van Plateelbakkerij Zuid-Holland en dat betoonde zich een gouden greep. De productie kwam gestaag op gang. Ze wisten het materiaal, het ‘deeg’, te verbeteren en met een extra hete ovenbrand lukte het een dunne en harde scherf te realiseren.


biscuit
Colenbrander
Een naam

In Arnhem huisde de kunstschilder en -handelaar Henri van Lerven. Hij en Colenbrander kenden elkaar al jaren, maar toen de laatste om de hoek kwam wonen ontstond er een nauwere band. Van Lerven toonde zich een groot bewonderaar. Hij kende Colenbranders map vol ongebruikte ontwerptekeningen voor keramiek en decoraties en betreurde het dat niemand de productie ervan ter hand nam. Geleidelijk drong het besef bij Van Lerven door dat hijzelf de aangewezen persoon was. Zonder hulp zou hem dat evenwel nooit lukken dus ging hij op zoek naar partners. Hij vond die in de jonge bankdirecteur Charles Engelberts en in de vermogende broer en zus De Visser. Gezamenlijk bliezen ze een nieuwe onderneming leven in, speciaal voor het kunstaardewerk van Colenbrander. De naam bedacht de meester zelf: ‘RAM’, naar het ‘schitterendste sterrenbeeld’.

Rendabel ?

De nieuwe firma zou een groot artistiek succes worden, daarvan waren de initiatiefnemers overtuigd. Colenbrander stond daarvoor garant. Maar of de onderneming ook rendabel zou zijn, dat was nog maar de vraag. Colenbranders ontwerpen waren niet eenvoudig uit te voeren en met name de beschildering was een secuur en tijdrovend werk. Bovendien was de meester geen gemakkelijke man. Alles moest met uiterste precisie worden uitgevoerd of hij keurde het af.

RAM-logo
boven: Theo Colenbrander,
rechts: ontwerptekening décor 'Wildkruid', 1918,
collectie Drents Museum
Wildkruid

Theo Colenbrander was de 70 al gepasseerd toen hij zich in 1913 in Arnhem vestigde. Zijn financiële reserves waren gering, maar door af en toe plateel uit eigen bezit te verkopen wist hij de draadjes aan elkaar te knopen. Colenbrander was er de man niet naar om de eendjes te gaan voeren. Terwijl zijn presentatiemap met ontwerpen uitpuilde bleef hij onverstoorbaar doorgaan met tekenen. Plannen om het werk uit te voeren waren er nauwelijks en als ze zich voordeden dan bleken ze niet haalbaar. Wat Colenbrander nodig had was een zakenpartner met smaak, lef, geduld, doorzettingsvermogen en liefst ook geld.


Plateelbakkerij RAM in Arnhem

pagina 1


 




 

laatste editie

laatste editie

eerdere edities

alle onderwerpen

korte berichten

overzicht serviezen

tijdbalk

kent u dit servies?

wij zoeken

serviezendomein.nl

een link naar

home