Uitverkoop

Hoeveel van Mansvelds theekopjes met een
decoratie van Colenbrander zijn geproduceerd is
onbekend, maar gemaakt zijn ze in ieder geval.
Ze worden zelfs speciaal vermeld wanneer in
1931 Ram besluit de bezem door het magazijn
te halen.

Inventief ?

Al mag Mansveld zich de geestelijk vader van bovenstaande theekopjes noemen dan wil dat nog niet zeggen dat hij bijster inventief is geweest. De vormgeving is te omschrijven als een variant op het ontwerp van een koffiekopje van Colenbrander (zie rechts). Het heeft er alle schijn van dat Colenbranders kopje niet in productie is genomen en Mansveld theekopje wel. Zowel Mansveld als Van Lerven schijnen decoraties voor dit laatste kopje te hebben ontworpen, waarbij Van Lerven zich beperkte tot randdecoraties en Mansveld het hele vlak gebruikte. (Mertens pagina 106). Ook de meester zelf heeft er decors voor getekend.

In een bewaard gebleven catalogus van de Haarlemse BKI-tentoonstelling lezen we wat RAM in 1925 exposeerde:

'Sieraardewerk en kommen, ontwerpen van Th. Colenbrander.
Kopjes, schoteltjes en een drijfschaal, ontwerpen van F.J. Mansveld.
Schaal en bordje, ontwerpen van H. van Lerven.'

Als we vervolgens in een artikel over deze tentoonstelling in het Bouwkundig Weekblad een wandrek zien met daarop een serie theekopjes van RAM, dan zouden die dus van Mansveld moeten zijn. Het zijn de uitkragende, elegante kopjes die we met talloos veel decoraties kennen, en die doorgaans aan Van Lerven worden toegeschreven.