Servies H
In de prijscourant van rond 1930 komen we servies H tegen. De vormgeving is veel modernistischer dan het tot dan bekende serviesgoed van RAM; op basis waarvan vaak wordt geconcludeerd dat Jansen van Galen de geestelijk vader is. H heeft zeker kenmerken die prima in diens oeuvre passen. De gebruikte geometrische basisvormen als de bol en de balk bijvoorbeeld. Het lichaam van de theepot is opgebouwd uit twee halve bollen; het oor is geconstrueerd uit een cirkeldeel en een rechte lijn. Daarentegen, de tuit van de theepot die het object de uitstraling geeft van een duif is enigszins wezensvreemd.
Voor zover bekend bestaat er geen uitvoering van H met het stempel van Jansen van Galen onderop, terwijl de beeldhouwer hier doorgaans consequent mee om leek te gaan. Serviesdelen van R bijvoorbeeld dragen wél zijn stempel. In de prijscouranten en de advertenties van na 1928 staan helaas de ontwerpers niet meer vermeld. Er is dus niets dat ons zekerheid omtrend H geeft.
Zoeken naar het nieuwe
Wat als H nu toch van Van Lerven zou zijn? Dat dit theeservies zo afwijkt van zijn eerdere serviezen zegt op zich weinig. De mode veranderde en Van Lerven ging met zijn tijd mee. Vernieuwing van het assortiment was voor RAM van levensbelang. Dat bewustzijn moet de aanleiding zijn geweest om Jansen van Galen (ook) voor serviesgoed uit te nodigen. Gelijktijdig zal Van Lerven zijn eigen vormentaal hebben aangepast. In het destijds eigentijdse serviesgoed zien we de invloeden van de Nieuwe Stijl en van de internationale Art Deco doorwerken. Vloeiende lijnen en organische contouren maken plaats voor geometrische basisvormen. Het loslaten van de oude vormen en het zoeken naar nieuwe lijkt herkenbaar in H. Het verschil in stijl tussen het lichaam van de theepot en zijn tuit (die beter bij de oude serviezen past) zou er mee zijn verklaard.
Alles overziend lijkt Van Lerven als de ontwerper van H een betere optie dan Jansen van Galen.
Ontbijtservies bij H
Theeservies H kon worden aangevuld met een ontbijtservies. Zo op het eerste gezicht lijken de botervloot, de bordjes en de schaal specifiek voor H te zijn ontworpen, maar als je beter kijkt zie je dat dat niet zo is. Vergelijken we bijvoorbeeld de deksels van de theepot en de botervloot dan vallen al direct twee verschillen op. De knopjes zijn anders en in doorsnede is het deksel van de theepot een cirkeldeel en die van de botervloot een parabool. Andersgezegd: die van de theepot is rond, die van de botervloot geknikt. De kans is groot dat de onderdelen van het ontbijtservies ook in combinatie met andere theeserviezen werden verkocht. De organische uitstraling van de broodschaal en de paraboolvorm van de botervloot doen vermoeden dat (eveneens) Van Lerven ze heeft ontworpen.
Dezelfde opmerkelijke ontwikkeling die zich in Maastricht voordeed, tekende zich ook in Arnhem af. Terwijl je zou verwachten dat in de crisistijd de ontwikkeling van nieuw serviesgoed tot stilstand kwam, bleek het tegendeel waar. Juist in de late jaren 20 en begin jaren 30 deed zich een explosie van creativiteit in de serviezenbranch voor. In de krimpende markt verhevigde de competitie. Producenten probeerden elkaar af te troeven met de mooiste nieuwe serviezen.
RAM:
theeservies 'H'
tussen 1928 en 1930
De presentatie van de serviezen op de Nenyto en de advertenties die her en der verschenen tonen misschien aan dat RAM een dynamisch bedrijf was, maar gezond was het niet. Intern waren er strubbelingen die verstrekkende gevolgen zouden hebben. In 1928 hield Mansveld het voor gezien. Hij vertrok, op de voet gevolgd door het leeuwendeel van de commissarissen. Hoe pijnlijk ook, soms opent zo'n uittocht nieuwe wegen. Maar voor de steven kon wenden stortte de wereldeconomie in ten gevolge van de beurskrach. RAM zat diep in de problemen. Het bedrijf besloot in te krimpen en sloot het oudste van de twee fabriekspanden.
In 1931 ging bankier Engelberts, een van de twee overgebleven directeurs, failliet. Om risico voor RAM te vermijden verliet ook hij de firma. Van Lerven stond er vanaf nu alleen voor.
Plateelbakkerij RAM
pagina 7