met sprongen omhoog
Voor de seriematige productie was meer bedrijfsruimte nodig. Wanneer twee extra verdiepingen in het koopmanshuis vrijkomen, grijpt Lucie haar kans. Ze kan nu zelfs een eigen permanente toonzaal inrichten. Uiteraard moet dan ook de afzetmarkt worden vergroot. Lucie gaat op pad langs de Nederlandse kunstnijverheidswinkels en vanaf 1952 presenteert ze haar keramiek op de Jaarbeurs in Utrecht. De verkoop gaat met sprongen omhoog. Dit succes stelt Lucie voor nieuwe problemen. Langs de ambachtelijke weg kan ze nooit aan de vraag blijven voldoen. Tegen wil en dank gaat zij in 1955 voor het serviesgoed over op gedeeltelijk machinale productie. Het nieuwe serviesgoed dat zij hiervoor ontwikkelt noemt ze 'Quirina'.
Lucie Q. Bakker
In 1938, middenin de crisisjaren, sluit een jonge vrouw haar opleiding af. Ze studeerde aan de Academie voor Beeldende Kunsten te Rotterdam en vervolgens aan het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs in Amsterdam. Ter afronding volgde ze lessen aan het Klei-instituut in Gouda. Ze had leraren gehad als Bert Nienhuis en Wim de Vries. Beter voorbereid voor het vak van keramiste kan je niet zijn.
Maar, met talent en een goede opleiding ben je er nog niet. Vooral niet wanneer je vastberaden bent als Lucie Bakker om met je vak je brood te gaan verdienen en zéker niet op dat moment. Bij onze oosterburen rommelt het angstaanjagend; de wereldeconomie is in recessie, de werkeloosheid is enorm. Ergens een baan vinden zit er onder dit gesternte voor Lucie niet in. Plateelfabriek Goedewaagen wil haar niet eens als stagiaire hebben. Het zal een combinatie van moed en wanhoop zijn geweest dat ze besluit een eigen bedrijf te beginnen.
Quirina
De introductie van de machine blijkt een succes. Lucie kan een veel grotere productie realiseren en de kwaliteit heeft er niet onder te lijden. Enthousiast begint ze aan de ontwikkeling van een nieuw en ditmaal zeer uitgebreid servies: Quirina.
Evengoed kan ze het werk niet meer alleen aan. Ze kiest ervoor jonge keramisten aan te nemen die haar kunnen bijstaan en gelijktijdig werkervaring opdoen. Het eenmansbedrijfje groeit in enkele jaren uit tot een firma met vier personeelsleden en externe vertegenwoordigers.
Van een zakelijke afstand tussen haar personeel en haarzelf houdt Lucie niet. Wie assistent van Lucie wordt, die mag delen in haar sociale en culturele interesses. Lees verder over Lucie Q. Bakker:
Lucie
Aan creativiteit heeft Lucie geen gebrek. Alle producten die zij vormt zijn unica, uiteenlopend van tegeltjes, vazen tot een avondmaalstel en doopschaal. Hoewel ze er goed in slaagt naamsbekendheid op te bouwen, lukt het haar niet om de bedrijfsvoering rendabel te krijgen. Dit nuchtere feit dwingt haar in de richting van seriematige productie van serviesgoed. In 1950 wordt servies ‘Lucie’ ‘geboren’. Deze eerstelling moet een zeer moderne indruk hebben gemaakt: de vrijwel rechte verticale wanden van theepot en deksel, de eenvoudige kommetjes in plaats van kopjes en schotel en bovendien de intense verzadigde kleuren waarin alles werd geglazuurd.
zolderverdieping
In een oud Amsterdams koopmanshuis kan Lucie een zolderverdieping huren. Ze koopt een naar toenmalige begrippen moderne elektrische oven en – vanzelfsprekend - een schopschijf. Veel meer had de jonge keramiste als inventaris niet nodig.
Hoe bereik je potentiële afnemers? Ook Lucie heeft zich deze vraag moeten stellen, net als talloze collega-kunstenaars voor en na haar. Ze besluit galeries te benaderen met het verzoek of ze haar keramiek willen opnemen in hun verkooptentoonstellingen. Ook organiseert ze in haar eigen atelier exposities; er op vertrouwend dat de klandizie bereid is naar zolder te klauteren.
Vrouwelijke vormgevers in de aardewerkindustrie
pagina 9