Weg met de verzamelbeurs!
Mijn punt is: moeten we niet wat terug? Met zijn duizenden over een verzamelbeurs struinen om nog meer overbodige schatten aan onze collectie toe te voegen? Terug met zijn allen naar de schelp! Weg met alle kopjes, schalen, bekers en al het andere bezit. Voortaan draagt ieder zijn eigen schelpje met zich mee om uit te eten en te drinken. Door Gods eigen hand gemaakt, daar kan geen Wedgwood tegenop. Weg met de verzamelbeurs! We worden gelukkig!
Imposante verzameling
Ik heb al meteen een begin gemaakt. Je kunt namelijk prachtige schelpen vinden voor weinig geld op zo’n beurs. Ik ben de eerste die weet van de ‘nieuwe soberheid’, dus moet ik mijn slag nu slaan. Straks wil iederéén schelpen en dat drijft de prijs op.
In één weekend tijd bracht ik al een imposante verzameling bijeen. Leve de schelp! We gaan tijden van eenvoud en geluk tegemoet! Schelpen... Floris Meydam liet zich voor zijn pindasetje waarschijnlijk inspireren door schelpen. Die mogen in deze collectie natuurlijk niet ontbreken. Lees verder:
Arm maar dankbaar
Zijn we wel op de goede weg? Of zijn we al zoekend naar nog méér en nog móóiere objecten verdwaald? Ik moest terugdenken aan P.C. Hoofts muzikale blijspel Granida. De rijke en machtige prinses Granida raakt daarin op gegeven moment ook verdwaald. Ze komt terecht in een arcadisch landschap waar eenvoudige herders hun schaapjes hoeden.
Ze heeft dorst en vraagt aan herder Daifilo om water. Hij leidt haar naar een bron en schenkt haar water uit een schelp. De prinses is verbluft. Ze is niet alleen op slag tot over haar oren verliefd; ze ziet ook in dat al het aardse pronkgoed sjofel is en dat bezit niet het beste in mensen boven haalt.
Het volk hier is arm - bedenkt ze - maar des te dankbaarder voor het weinige dat men heeft.
Deze herder is oprechter dan alle hovelingen bij elkaar. En is wat de natuur ons schenkt niet veel mooier dan alles wat de mens kan maken?
Ze bekijkt de schelp in haar hand en zegt:
Wat handt heeft oyt haer soo vernuftich mercken laten
Dat sij, bootseerende de conincklijcke vaten
Vormde ‘t gewrochte goudt in aerdiger manier
Als de natuir den sculp, daer ick uit dranck alhier?
Het is geen raar taaltje dat de prinses spreekt, het is gewoon Amsterdams, maar dan uit de 17e eeuw. In modern Nederlands zou het ongeveer dit betekenen:
Welke hand heeft zich ooit zo vaardig getoond
dat hij, bij het vervaardigen van het vorstelijk drinkgerei
het bewerkte goud eleganter modelleerde
dan de natuur het de schelp deed, waaruit ik hier dronk.
(hertaling Henk Duits)
De soberheid van Granida