Het initiatief voor het museum werd genomen in 1989. De directie van Goedewaagen benaderde voor de realisatie de kunstkritikus en plateel-expert Friggo Visser. Ruimte was er binnen de muren van de fabriek volop. Na de doorstart volgend op het faillissement in 1983 was het aantal medewerkers gedecimeerd. Grote delen van het complex stonden leeg of werden als atelierruimte verhuurd. Aan ruimte geen gebrek, maar wel aan geld. De firma kon zich geen luxe inrichting voor het museum veroorloven. Door zijn contacten in de culturele wereld was Visser op de hoogte van de toen aanstaande verbouwing van het Groninger Museum. Een telefoontje aan museumdirecteur Frans Haks volstond om de door hem verwezen vitrines voor weinig over te mogen nemen. Ze doen nog steeds dienst.
In bruikleen
Bijzonder aan het museum zijn de goede contacten met (belangrijke) verzamelaars. Conservator Friggo Visser is graag bereid zijn expertise met hen te delen, komt bij velen over de vloer en weet dan ook als geen ander waar hij moet zijn als er een thema-tentoonstelling ingericht gaat worden. Veel topstukken in het Keramisch Museum staan daar in bruikleen.
In 2013 was het vijftig jaar geleden dat Goedewaagen haar productie startte in Nieuw-Buinen. Dit feit is aangegrepen voor (onder meer) een tentoonstelling van gebruiks- en sieraardewerk van Zweitse Landsheer. Dankzij Ellen Westenberg die hiervoor een deel van haar omvangrijke collectie ter beschikking stelde, kon een breed overzicht geboden worden.
Keramisch Instituut W.H.van Noorden
Kerntaken van het museum zijn het uitvoeren en stimuleren van wetenschappelijk onderzoek naar het gedecoreerde, industriële aardewerk van Nederland. Voor dit doel is een speciaal instituut in het leven geroepen genaamd naar een van de belangrijkste keramisten van de twintigste eeuw: W.H. van Noorden. Op dit moment zijn meer dan 10 werkgroepen actief, ieder met een eigen onderzoeksobject.
Met museum beijvert zich er bovendien voor om een uitgebreide database samen te stellen met afbeeldingen van en documentatie over de nationale aardewerkindustrie en haar producten. Inmiddels zijn er zo'n 150.000 digitale bestanden bijeen gebracht. Een iedereen met specifieke kennis over de aardewerkproductie wordt gevraagd deze met het instituut te delen.
In de genen
Goedewaagen is een van de oudste Nederlandse bedrijven. Haar geschiedenis reikt terug tot aan het begin van de 17e eeuw. Bovendien draagt zij de genen in zich van vele aardewerkproducenten, die ooit floreerden, maar door uiteenlopende oorzaken het loodje hebben gelegd. De Distel, Plateelbakkerij Zuid-Holland, Flora – om er een paar te noemen - en sinds kort Urnencentrum Nederland, leven in Goedewaagen voort. Alleen daarom al is het onderzoeksgebied van het Keramisch Museum zoveel breder dan de afzonderlijke geschiedenis van Goedewaagen.
Je bent sneller met het vliegtuig in Barcelona dan met trein en bus in Nieuw-Buinen. Toch verkozen wij het Drentse plaatsje omdat we zo verrekte nieuwsgierig waren naar het Keramisch Museum Goedewaagen.
Op een winterse dag, terwijl een ijle zon bossages en boerderijen oplichtte uit een mistig landschap, trotseerden we vrieskou en vertragingen. Niet voor niets! Om met de dichter T.S. Eliot te spreken: 'it was (you may say) satisfactory'. Aan de buitenkant was het niet af te zien, maar achter de no nonsense gevel huist een collectie plateel die van wereldklasse is.