iitala
Ook het seviesgoed van de firma Arabia of - zoals het nu wordt genoemd - iitala was al lang op de markt voordat het bij Leeuwin's op de planken stond. Aanvankelijk werd dit merk aangeboden in de designwinkels. Een rol hierbij speelde dat de importeur, Indoor, zich ook met andere producten
- zoals verlichtingsarmaturen - op deze branche richtte. Uiteraard stonden deze winkels niet te juichen toen de markt werd gedemocratiseerd en ook serviezenhuizen het merk mochten gaan voeren.
Dat producenten zich betrokken voelden bij hoe hun artikelen werden getoond, is niks nieuws. Al jaren gingen de vertegenwoordigers op pad met speciale reclamebordjes en display's. Wel nieuw is dat zij zich uitvoerig met de inrichting van de winkels gaan bemoeien. Een detaillist krijgt niet alleen de producten, hij krijgt er een hele 'afdeling' bij die zorgvuldig door de producent is ontwikkeld en die ook uitsluitend voor zijn artikelen gebruikt mag worden. Is u wel eens opgevallen dat bijvoorbeeld het iitala-servies internationaal in steeds hetzelfde interieur word verkocht? Nu weet u hoe dat komt.
Ontwerpstudio's
Voor een winkelier betekenen deze 'afdelingen' natuurlijk afstand nemen van een deel van het unieke karakter van je winkel. Van Praagh ziet er ook de voordelen van:
'Professionele ontwerpstudio's die precies kunnen bepalen hoe bepaalde artikelen het best worden aangeboden. Wie zijn wij om te denken dat we dat beter kunnen?'
Al van oudsher is het porselein uit Duitsland erg geliefd. Serviezen van merken als Rosenthal, Thomas en Hutschenreuther nemen ook in de jaren tachtig een belangrijk deel van Leeuwin's verkoopruimte in. In 1992 kan het Serviezenhuis het Engelse merk Wedgwood aan de collectie toevoegen. Voorheen had een concurrerende firma hiervan het recht op alleenverkoop voor Utrecht, maar dit soort beschermende regelingen raakten uit de tijd en werden allengs opgeheven.
Ontwikkelingen na circa 1980
De eerste jaren van Gideon en Ellen waren de nadagen van de Nederlandse aardewerkindustrie. Van de drie grote Maastrichtse producenten maakte al sinds de jaren zestig alleen Mosa nog serviesgoed voor de horeca. Potterie De Driehoek uit huizen wist het hoofd nog boven water te houden tot aan 1987. Verouderde productiemethoden, te grote voorraden, glazuurproblemen en tegenvallende verkoopresultaten werden het bedrijf uiteindelijk noodlottig. Vanaf 1967 produceerde de Koninklijke Tichelaar uit Makkum serviesgoed van Lucie Q. Bakker, maar toen de verkoopresultaten begonnen te dalen was hieraan in 1978 een eind gemaakt.
Leeuwin's Serviezenhuis
pagina 3