Wijs geworden lieten we ons de volgende dag door het reisgidsje naar het Šternberský palác sturen voor de collectie oude meesters. Het museum moest op de heuvel liggen naast de oude burcht. We vreesden voor de drukte op de Karelsbrug, maar het was vroeg en de stroom dagjesmensen was nog niet op gang gekomen. Bovendien, Praag heeft vele bruggen over de Moldau.
Kafka
Eenmaal op de heuvel was het paleis nergens te vinden, ook niet op de richtingaanwijzers. Er stond ongeveer op de verwachte plek wel een groot barokpaleis, maar nergens was iets te zien dat op de toegang tot een kunstcollectie leek. In arren moede liepen we een naastliggend steegje in dat doodliep tegen een garage-achtige matglazen wand. Heel brutaal duwden we tegen een deur en zowaar, hij opende naar een sombere hal. Twee supposten in de verte keken verschrikt om. Onzeker gingen we binnen. We kochten een kaartje en liepen naar de dame van de garderobe die net in haar zurig ruikend lunchgerecht zat te prakken.
Een trap omhoog leidde naar de expositiezalen. De stilte was overweldigend. Op de eerste verdieping rees een oude dame op uit haar stoel. Ze bestudeerde onze kaartjes en wees ons bescheiden glimlachend de route. Het maakte niet uit of we links- of rechtsom liepen, we zouden altijd weer bij haar uitkomen. ‘Ah ja, dit is de stad van Kafka’, bedachten wij.
Aanvankelijk was er veel kritiek omdat het ontwerp niet bij de omgeving zou passen. Dat valt mee. Bezien vanuit het nu is het Dansende Huis zo heel vernieuwend niet meer en valt het juist op hoe het de architectuur van de kadehuizen misschien niet voortzet, maar er wel bij aansluit en het straatbeeld zelfs verrijkt.
Rembrandt afwezig
Toen brak de zon door. Een hoge deur ging open en we bevonden ons temidden van een prachtige verzameling Italiaanse Renaissancekunst. Beroemde kunstenaars als Pietro della Francesca en Bernardo Daddi waren vertegenwoordigd met representatieve werken; alles in uitstekende conditie en schijnbaar recentelijk schoongemaakt. De tweede verdieping was voor een belangrijk deel gewijd aan Nederlandse meesters uit de 17e eeuw. Rembrandts ‘Geleerde in zijn studeervertrek’ was even van zaal voor een opknapbeurt. Het maakte niet uit, de collectie was ook zonder hem overweldigend.
Het Dansende Huis
Aan een straat haaks op de kade van de Moldau staat, of beter ‘swingt’ Tančící dům, het Dansende Huis, een deconstructivistisch gebouw ontworpen door de Praagse architect Vlado Milunić samen met zijn beroemde Canadese collega Frank Gehry.
Al is de stad relatief behouden door de Tweede Wereldoorlog gekomen, bomkraters waren er en bleven onbebouwd tot na de val van de muur. In 1994 begon de bouw van ‘Ginger en Fred’ zoals het toen werd genoemd, naar het beroemde danspaar Ginger Rogers en Fred Astaire.
Eenmaal bekend met al het prachtige Nederlandse serviesgoed loop je het risico een beetje eenkennig te worden. De indruk kan postvatten dat Nederlandse ontwerpers met kop en schouders boven het internationale maaiveld uitstaken. Dat was niet zo. Een beetje besef van de geweldige vormgevings-tradities in Landen als Italië, Duitsland en Engeland haalt je snel uit de droom.
Enkele weken terug bezochten wij Praag. Heel verfrissend. Wisten we vooraf van haar middeleeuwse straatjes, gotische kerken en een oude burcht, we werden verrast, nee zeg maar overrompeld, door de musea en stadswijken vol kunst en kunstnijverheid. Nog nooit hadden we – bijvoorbeeld - zoveel uitzonderlijk mooie Jugendstilhuizen bijeen gezien. Kubistische bouwkunst, kom daar hier eens om. En dan dat serviesgoed! Daar moeten we iets over vertellen.
Serviesgoed uit Praag