Serail
Als er één Nederlands servies is geweest dat past bij de Amsterdamse School, dan was het 'Serail' van Willem Jacob Rozendaal (1899 - 1971). Rozendaal haalde zijn akte LO tekenen aan de Kunstacademie in Den Haag. Hij werkte in de zelfde tijd al voor diverse glasateliers. In 1924 biedt hij zichzelf aan bij De Sphinx in Maastricht en wordt aangenomen. Hoewel Rozendaal na 4 jaar al weer vertrekt heeft hij samen met Johannes Lint het aardewerk van De Sphinx ingrijpend gemoderniseerd. Allerhande gebruiksaardewerk heeft hij ontworpen waaronder drie serviezen. Serail uit 1925 sluit naadloos aan bij de Amsterdamse School. De bolvormige segmenten waaruit het servies
is opgebouwd zijn ontleend aan de Oosterse (Ottomaanse) bouwkunst.
De stekelige handgrepen lijken op gebogen takken, zeker wanneer ze
zwart zijn geglazuurd. Exotisch, beetje magisch aandoend, een theeservies
geheel zoals het binnen de stroming past.
Lees over Hildo Krop, Willem C. Brouwer en Willem van Norden
en hun Amsterdamse School servies:
collectie
Gemeentemuseum
Den Haag
De Sphinx:
'Serail'
Willem Rozendaal,
1924,
collectie Marian Hankel
In de speurtocht naar Amsterdamse School servies zijn anderen ons voorgegaan, om te beginnen de conservatoren van de - prachtige - expositie Wonen in de Amsterdamse School in het Stedelijk Museum. Onder meer twee theeserviezen hebben zij daarvoor bijeengebracht: een zilveren ensemble van theepot en roomstel gemaakt door Johannes Steltman (1925) en het overbekende theeservies 'Serail' van Willem Rozendaal (1924).
Johannes Steltman
Het zilveren theeserviesje van edelsmid Johannes Steltman (1891 – 1961) geldt als zijn meest bekende werk. Hij maakte het voor de Exposition Internationale des Arts Décoratifs et Industriels modernes (de Wereldtentoonstelling) van 1925 in Parijs. Het Nederlandse paviljoen was ontworpen door Jan Frederik Staal in de stijl van de Amsterdamse School. Daarmee lijkt de stelling onderbouwd dat het zilveren theesetje ook tot deze stijl kan worden gerekend. Misschien was het Steltmans streven, maar evengoed is de relatie vaag. Bekijk het theesetje en de ontwerpschets van het paviljoen en je ziet dat ze qua stijl uit een andere wereld lijken te komen.
Bestaat er zoiets als Amsterdamse School servies? Evenals hun oude baas, de architect Eduard Cuypers, gaven De Klerk, Van der Meij en Kramer ook vorm aan interieurs, inclusief de meubels, klokken, lampen, en stoffering. Maar in tegenstelling tot bijvoorbeeld Berlage lijken ze aan serviesgoed weinig aandacht te hebben besteed. Ontwerptekeningen van hun hand ervoor bestaan - voor zover het ons bekend is – niet. Dat zegt gelukkig niet alles. Al hebben De Klerk, Van der Meij en Kramer het nagelaten, misschien heeft een van de vele collega-architecten en-ontwerpers die zij in hun projecten betrokken wel de nodige creativiteit op serviesgoed losgelaten.
Servies van de
Amsterdamse School