Herkenbaarheid
Al hebben de architecten nooit een uitgewerkt programma voor hun ‘school’ geformuleerd, hun geesteskinderen delen genoeg stijlkenmerken om herkenbaar te zijn. Hierboven noemden we al het fantasierijke en expressieve. Opvallend is ook het gebruik van bakstenen en uit veel kleine ruitjes samengestelde ramen. De heren waren er dol op en we zien ze in hun panden overal terug. Gevels en daken zijn plastisch gevormd en vaak versierd met uiteenlopende
- soms oriëntaals aandoende – decoraties.
Lees verder over de Amsterdamse School:
Ornament op het
dak van het Scheepvaarthuis
De nieuwbouw pakt zo vernieuwend uit dat de stijl een naam wordt gegeven: de Amsterdamse School. Samen met de gebouwen en woningcomplexen die in deze stijl zouden volgen behoort het Scheepvaarthuis tot de architectonische kroonjuwelen van Amsterdam. Reden voldoende om daar honderd jaar na dato een feestje aan te wijden met als hoogtepunt een grote expostie in het Stedelijk Museum onder de titel Wonen in de Amsterdamse School. Wij verdiepten ons in de Amsterdamse School, bezochten de tentoonstelling en vroegen ons af of er zoiets als Amsterdamse School servies bestaat?
Een ideale baas
Drie jonge architecten in dienst van Eduard Cuypers: Michel de Klerk, Piet Kramer en J.M. van der Meij. Samen aan het werk, samen filosoferend over de bouwkunst en zoekend naar nieuwe richtingen. Ze kregen bij Cuypers de ruimte. Deze neef van de veel bekendere Pierre Cuypers mocht dan niet de meest opzienbarende architect zijn geweest, hij toonde interesse in nieuwe en oude, inheemse en uitheemse architectuur en vormgeving. Cuypers bibliotheek was wijd en zijd bekend. Zijn bureau hield zich niet alleen bezig met bouwwerken maar ook met interieurs. De woninginrichting met al zijn elementen boeide Cuypers zelfs dermate dat hij er een tijdschrift over uitgaf. Zo was hij een ideale baas voor deze knapen om zich te ontwikkelen als architect én als vormgever.
Glazen dak in het Scheepvaarthuis met de dierenriem. Ontwerp: Joan Melchior van der Mey en Willem Bogtman
In 1916 wordt in Amsterdam het Scheepvaarthuis opgeleverd. Zes rederijen hadden de handen ineengeslagen en samen de enorme som van een miljoen gulden bijeengebracht voor een kantorencomplex dat zowel praktisch moest zijn als uiting moest geven aan een verbondenheid met het verleden. Van de plaats waar het pand zou verrijzen was in 1595 ontdekkingsreiziger en koopman Cornelis de Houtman met zijn schip als eerste naar Oost-Indië vertrokken.
Amsterdamse School
pagina 1