In 1900 is Amstelhoek zo ver dat ze met hun producten naar buiten komen. Het werk wordt enthousiast ontvangen en mag zelfs mee naar de Wereldtentoonstelling in Parijs. Ook de internationale pers roemt het vernieuwende karakter.
Van der Hoef creëert voor Amstelhoek prachtig gebruiksaardewerk. Hij kiest voor strakke modellen met subtiele - vaak geometrische - decoraties. Door de perfectie in de uitvoering doen de producten aan alsof ze machinaal zijn vervaardigd. Dat was lang niet altijd zo. Veel werd handmatig gemaakt met gebruik van mallen en sjablonen.
Amstelhoek
Lambertus Zijl wordt in 1898 artistiek leider van de Amstelhoek, een firma die een jaar eerder is opgericht door Willem Hoeker. Van der Hoef wordt in de onderneming betrokken omdat een beeldje van zijn hand met spelende kinderen Hoeker erg aanspreekt. Dat wil hij in productie nemen.
De wil is er wel in Amstelhoek, maar aanvankelijk ontbreekt de vakkennis. De beeldjes weigeren om gaaf uit de oven te komen. Terug naar de basis is het devies. Zijl en Van der Hoef beginnen van voren af aan met het maken van vazen, véél vazen. Pas later, moe van al die vazen, gaat van der Hoef experimenteren en maakt zijn eerste kopje.
Toen ben ik met een kopje begonnen. Wat ik daarvoor gebruikte was die witte Rijnklei die ruwer en minder gaaf werk geeft dan coaline die we zooals je weet, voor porcelein gebruiken. De kopjes werden leuke eenvoudige dingen, maar - ze werden duur: f 1,-.
Als ze – om de productie goedkoper te krijgen - in zee gaan met een firma in Wenen worden ze opgelicht. De firma stuurt maar een deel van de productie naar Nederland. De rest verkopen ze heimelijk zelf.
De firma maakt een doorstart als ‘Voorheen Amstelhoek’, maar zonder Chris van der Hoef. Hij stapt over naar 'De Woning'.
'Voorheen Amstelhoek' maakt geen nieuwe modellen. Ze gebruiken uitsluitend de mallen die uit de failliete boedel zijn overgenomen. Hier en daar wordt er wat aangepast; daar blijft het bij.
Bliksems duur
Van der Hoef experimenteert ook met andere klei:
Ik heb in dien tijd ‘s een proef genomen met Zeeuwsch klei, van die gele. ‘t Is ‘t eenig heele servies dat op Amstelhoek is gemaakt, want er zijn daar nooit heele serviezen gemaakt.
Het Amstelhoek-servies van Van der Hoef valt in de prijzen op de tentoonstelling van Moderne Decoratieve Kunst in Turijn in 1902.
Van der Hoef zegt daar zelf over: Mijn gele servies ging naar Turijn, en er viel de Grand Prix op … dat was eigenlijk mijn eerste goeie succesje!
Veel werk van hem uit de Amstelhoek-periode is in Nederland niet bewaard gebleven. We kennen het voornamelijk van afbeeldingen en ten dele uit de verzameling van het Bellerive Museum in Zürich in Zwitserland.
In 1903 sluit de Amstelhoek haar deuren. Haar producten – naast aardewerk ook meubels en metalen objecten – zijn voor de toenmalige consument een deur te ver en ondanks alle goede voornemens ook te duur.
Van der Hoef: […] ‘t vlotte niet, want we waren eigenlijk maar baanbrekers. En ‘t goed werd duur, bliksems duur.
Stijlzuiverheid
Eveneens traditioneel is de opleiding tot beeldhouwer aan de Teekenschool voor Kunstambachten die Chris van der Hoef van 1889 – 1893 doorloopt. Toch, als hij één kwaliteit daar heeft verworven dan is het stijlzuiverheid. Na het midden van de negentiende eeuw was het mode om alle historische stijlen door elkaar te klutsen. Aan het eind van negentiende eeuw begint de avant-garde zich tegen deze hutspot te verzetten. Het wachten is nog op nieuwe artistieke impulsen, maar men begint alvast de speelgoedkist van de vormgevers uit te ruimen. Stijl bij stijl en vermengingen van stijlen staat gelijk aan rommel.
Als Chris van der Hoef zijn opleiding heeft afgerond mag hij bij Lambertus Zijl komen werken, een beeldhouwer die vooral bekendheid zou krijgen door zijn beelden voor Berlages Beurs. In dit atelier waait een frisse wind. Van Zijl hangt de ‘Vernieuwingsbeweging’ aan, een stroming met invloeden van de Britse Arts en Crafts Movement.
Het kunstenaarsleven in
Chris van der Hoef maakt de eerste stapjes het kunstenaarsleven in aan de hand van zijn vader. Pa leert hem tekenen en schetsen. Direkt na de lagere school komt hij als leerling in dienst bij het Atelier voor Bouwbeeldhouwkunst (ornamentiek) in Amsterdam. Hier wordt zijn vakmanschap als beeldhouwer gevormd en in een dwarse manier ook zijn smaak. Het atelier is gespecialiseerd in neo-barok, de stijl waartegen Van der Hoef zich de rest van zijn leven zou afzetten.
Chris van der Hoef, pagina 2
De weg naar Amstelhoek