Het publiek had voor het eerst sinds de crisisjaren afdoende geld te besteden. Aardewerk raakte uit de gratie. De naoorlogse ervaring leerde dat daar het mooie snel vanaf was. Nu geld geen struikelblok meer was koos het publiek liever voor het luxueuze porselein. Fris zette in op het verbeteren van de kwaliteit, maar vooral ook op het verbeteren van het immago van zijn aardewerk. In 1958 werd het servies Jubilant (wederom van De Vries) op de markt gezet. Moderne vormgeving ging gepaard aan een kwaliteit die voor porselein niet onderdeed. Jubilant werd een succes.
Oostblok
Het mocht niet baten. De concurrentie was te sterk, niet de Nederlandse, maar de internationale. Met trein- en scheepsladingen werd het serviesgoed uit het buitenland aangevoerd. Het aanbod was gigantisch en vaak voor schrikbarend lage prijzen. In met name het Oostblok kon men veel goedkoper produceren dan hier. De Nederlandse keramiekindustrie krijgt zware klappen.
Kentering
Rond 1953 beleeft Fris zijn hoogtijdagen. Ten opzichte van 1948 was het personeelsbestand verviervoudigd en de aandeelhouders én het personeel konden zich verheugen in de winstdeling. Dan gaat het bergafwaarts. In 1954 gaat de gieterij in vlammen op. Erger nog was dat de concurrentie niet stil zat en producten op de markt bracht die er niet alleen even aardig uitzagen, maar die ook nog eens van betere kwaliteit waren. Fris kreeg het zwaar, maar ook voor de andere aardewerkfabrieken was het geen gemakkelijke tijd.
Fris:
'Clematis'
W.H. de Vries
1952
Internationaal succes!
In 1952 scoort Fris een bijzonder internationaal succes. Enkele producten worden in New York in het MOMA tentoongesteld. In hetzelfde jaar winnen een botervlootje , kaasstolp. koffiepot en fruittestje de zilveren medaille op de Triënnale te Milaan.
lees meer over het winnende botervlootje
N.V. Keramische Industrie Fris
Pagina 2