Het lijkt erop dat Van der Hoef zich door zijn tekengereedschap heeft laten inspireren. De oortjes van het servies lijken althans een gradenboog te weerspiegelen. Vorm-overeenkomsten zijn er ook met de passer. De Engelse natuurkundige / alchemist Robert Fludd (1574 - 1637) maakte er een afbeelding van die de basisvormen van de 4300-theepot lijkt op te sommen.
om verder te lezen
klik op de pijl rechts
Een jaar later dan de 4300 maakte Chris van der Hoef voor Plateelbakkerij Zuid-Holland een uitzonderlijk mokkaserviesje. Vormen uit het Verre Oosten lijken een verbinding aan te gaan met het futurisme. Er zijn nauwelijks exemplaren van bekend. Voor het hiernaast afgebeelde set moet u helemaal naar Boston reizen alwaar het in in de collectie van het Museum of Fine Arts is opgenomen.
In 'Van siervaas tot servies' opgenomen in hetzelfde boek over Plateelbakkerij Zuid-Holland benoemt Hans Vogels (conservator van museumgoudA) terecht het vrolijke karakter van Van der Hoefs 4300:
'De decoratie is weliswaar terughoudend, vooral in de beperking tot zwart en wit, maar de vormen zijn speels en bijna humoristisch te noemen'.
In het boek 'n.v. koninklijke Plateelbakkerij Zuid-Holland' plaatst expert Frans Leidelmeijer 4300 tussen het keramiek dat 'geïnspireerd is op de ideeën van de Amsterdamse tak van de Nieuwe Kunst'. Als kenmerken van deze 'constructivistische' stroming noemt hij de eenvoudige en strakke vormen en de daarmee vaak corresponderende geometrische versiering. De vormen van het servies lijken zijns inziens te zijn geïnspireerd door de architectuur uit het 'Nabije Oosten'. Als inspiratie voor de glanzend zwart-witte uitvoering veronderstelt Ledelmeijer de Wiener Werkstätte, en - via de omweg over Wenen - de Schotse ontwerper Charles Mackintosh.
Art Deco
In het boek 'Chris van der Hoef' roemt Bert Jintes 4300 als het theeservies '[...] dat in mijn ogen tot het meest oorspronkelijke en geslaagde gebruiksaardewerk behoort, dat in Art Deco stijl gemaakt is, ook internationaal gezien.'
Hij beschrijft hoe de grondvorm een aan de onderkant afgeronde kegel is waarbij de oren loodrecht op de kegelvorm staan en hoe de decoratie de vormgeving accentueert. 'zeer decoratief, maar tevens beheerst.'
'Dutch design', ja Nederlandse vormgeving op zijn best herkennen we in de topwerken van serviezenontwerpers als Chris van der Hoef, Edmond Bellefroid en Floris Meydam. Niet voor niets dat hun werk in de collecties van talrijke musea is opgenomen. Het ontbijtservies 4300 van Van der Hoef maakt bijvoorbeeld deel uit van de collectie van het Gemeentemuseum in Den Haag, het Drents Museum Assen, Boijmans van Beuningen en museumgoudA. Bellefroids Thea is al minstens net zo breed verspreid. In een serieus museum met aandacht voor vormgeving mag het eenvoudigweg niet ontbreken. Interessant genoeg dus om een aantal topontwerpen eens nader te bekijken.
hoogtepunten uit honderd jaar
Nederlands serviesontwerp