Wilma mokkapotje
Het mokka-potje Wilma verschijnt een jaar later (1954) en is duidelijk slanker (of gerekter) van vorm. Het is alsof Wilma aan de lijn heeft gedaan. De tuit is zijn dikke onderkant kwijt en heeft een rechtere vorm met als resultaat een modernere uitstraling. Ook het hoedje dat Wilma hier op heeft is modieuzer met een subtieler bolletje er bovenop. Wat vooral opvalt is het oor waarvan de greep vrijwel vertikaal loopt en aan boven- en onderkant overgaat in een identieke bocht.
Nog een stap verder gaat Edmond Bellefroid in Aristo. En profil gezien zijn bijna alle ronde vormen verbannen. Enkel de bovenkant van het oor beschrijft een bocht. Heel anders is het natuurlijk als we Aristo van bovenaf bekijken, dan zien we dat hij is opgebouwd uit twee cirkels, maar dat geldt voor veel potten. Even terug naar de zijaanblik: boven de handgreep maakt de lijn van het lichaam een knik en gaat dan recht omhoog en over in het deksel (dat ook als beker is te gebruiken). Lees verder
Wilma
De koffiekan van Wilma (1953) bestaat uit sierlijke vormen. Zij is peervormig, mollig en heeft een lief bol buikje. Haar tuit doet wat traditioneel aan; haar handgreep is een elegante lus. Bovenop staat een deksel met een stevig bolletje, bijna een soort Schotse baret met pompoen. Globaal gezien doet Wilma minder modern aan dan Norma.
Norma
In 1950 verschijnt Norma ten tonele. De naam zal weinig van doen hebben met de Gallische hogepriesteres in Bellini's gelijknamige opera, maar alles met elegante diva’s als Maria Callas die haar gestalte gaven op het podium. Callas en Norma delen een uitzonderlijkheid: ze zijn slank. Norma is van bovanaf gezien niet rond, maar ovaal. Haar tuit ontstaat vanuit een gerekte, vloeiende lijn die al aan de onderkant van het lichaam begint. Vrijwel dezelfde lijn volgt het oor, behalve dan de bovenkant die naar het lichaam loopt. Norma vertoont zich met een bolstaand alpinopetje.
In 1957 brengt Mosa Noblesse uit. Haar opvallende gestalte maakt indruk en ze wint tal van schoonheidsprijzen.
Noblesse is een logische stap voorwaarts in de lijn die inzette bij Wilma. Het lichaam is nog verder uitgerekt. De tuit lijkt het resultaat van een spel met als thema ‘de arm’. Bij Norma steekt hij als een bovenarm wat nuffig vanuit de heup naar boven; bij Noblesse wuift ze ons enthousiast toe. Waar tuit en handgreep bij Norma elkaar spiegelen en uiteenwijken, lopen ze bij Noblesse juist parallel. Bellefroid introduceert hier in de naoorlogse ontwerpen een nieuw model oor met een bijna haakse hoek.
ontwikkeling van de vormgeving
van Mosa serviesgoed jaren 1950 en '60